Inhoudsopgave
Met de mantel der liefde: inzicht in Ouderenmishandeling
Medewerkers van Veilig Thuis Zuid-Limburg delen hun ervaringen en opvattingen rondom ouderenmishandeling
Ouderenmishandeling is een moeilijk te accepteren fenomeen, dat helaas vaker voorkomt dan we misschien willen geloven. Op jaarbasis heeft 1 op de 50 ouderen in Nederland te maken met een vorm van ouderenmishandeling. Waarschijnlijk is dit het topje van de ijsberg. Het probleem blijft veelal ongezien door onwetendheid, ontkenning of onvermogen om signalen af te geven en het geweld zichtbaar te maken.
Bij Veilig Thuis Zuid-Limburg vormde ouderenmishandeling slechts 3,3% van alle meldingen en adviezen van huiselijk geweld en kindermishandeling in het eerste kwartaal van dit jaar. Waarom is het probleem zo slecht zichtbaar? Waarin verschilt ouderenmishandeling van andere vormen van huiselijk geweld? Wat kunnen we doen om het aan te pakken? Met wie werken we daarin samen?
In dit artikel gaan we samen met de medewerkers Lidwien van de Loo, Yoeri Maubach en Nathalie Haenen van Veilig Thuis Zuid-Limburg op zoek naar antwoorden op deze vragen.
Afhankelijkheid maakt kwetsbaar
Ouderenmishandeling is een thema dat aandacht verdient. Nederland vergrijst en onze oudere doelgroep is kwetsbaar, want ouder worden brengt een groot aantal veranderingen met zich mee. Door ouderdom en chronische aandoeningen, krijgen ouderen te maken met eenzaamheid en functioneringsproblemen, bijvoorbeeld voor wat betreft mobiliteit en zelfzorg.
Ook de cognitieve ontwikkeling kan afnemen of verstoord raken naarmate de leeftijd vordert. Denk bijvoorbeeld aan dementie. Dit maakt het langer zelfstandig thuis wonen moeilijk en maakt hen (meer) afhankelijk van anderen voor zorg en activiteiten. Door die toenemende emotionele, fysieke en/of financiële afhankelijkheid, zijn ouderen kwetsbaar voor misbruik in allerlei vormen.
Yoeri vertelt over de afhankelijkheid van ouderen:
Juist die afhankelijkheid is de kern van ouderenmishandeling: het betreft namelijk – het binnen een afhankelijkheidsrelatie – iets doen of juist niet doen, waardoor een ouder persoon lichamelijk, psychisch en/of materiële schade lijdt.
Vaak begint dit klein. Bijvoorbeeld iemand stevig beetpakken als deze niet luistert. Of boodschappen doen van andermans huishoudgeld. Of iemands keuzevrijheid beperken.
Regelmatig rijst de vraag of er daadwerkelijk sprake is van ouderenmishandeling. Gaat het om (bewuste) handelingen die de oudere schaden; is er sprake van acceptabel gedrag – hoewel misschien soms op het randje – of loopt een situatie steeds verder uit de hand?
Uitgangspunt bij die afweging is steeds het welzijn en de veiligheid van de oudere die zich in een afhankelijke positie begeeft. Maar wanneer is er sprake van schade? Wanneer moet je wel of niet ingrijpen?
Lidwien en Yoeri vertellen over die lastige vraag, die soms veel weg heeft van een normen en waarden discussie.
Ontspoorde mantelzorg
Met name ontspoorde mantelzorg – tevens een vorm van ouderenmishandeling – is soms vanuit ethisch oogpunt lastig zo te benoemen. In veel gevallen zou je kunnen stellen dat er sprake is van twee slachtoffers, zowel aan slachtoffer als pleger kant.
Een typisch scenario is dat de mantelzorger de zorg voor de oudere niet (meer) aankan. De mantelzorger kan oververmoeid zijn, heeft moeite de ziekte van de oudere te accepteren of begrijpen (bijvoorbeeld in het geval van dementie) of heeft emotioneel of fysiek moeite voor de oudere te zorgen. Hierdoor kan gepaste zorg uitblijven, wordt de oudere verwaarloosd of vinden er ernstiger handelingen plaats die schade toebrengen aan de oudere. Goede zorg slaat sluipenderwijs om in verwaarlozing, verkeerde behandeling of zelfs fysieke en verbale mishandeling.
Bij verwaarlozing wordt zorg, ondersteuning, aandacht en/of genegenheid onthouden, waardoor er niet wordt voorzien in belangrijke behoeften van de oudere. Externe hulpverlening kan ook buiten de deur gehouden worden, vanuit de behoefte om zelf de situatie te beheersen of om de oudere te isoleren uit gevoelens van schaamte of taboe. Ouderen zijn niet gewend om over hun zorgen en problemen met vreemden te praten. Veelal zijn ze opgevoed met het idee dat men zijn eigen problemen moet oplossen. Toegeven dat de zorg soms te veel is, kan voor de mantelzorger voelen als falen. Ook kinderen die een mantelzorgtaak op zich hebben genomen, vinden het soms lastig om dit aan te geven. Hoewel de intentie dus niet altijd slecht is, kan het nalaten van zorg de oudere schaden.
Nathalie geeft een voorbeeld:
Ontspoorde mantelzorg kan zich ook lichamelijk uiten, waarbij fysiek verwondingen, pijn of andere schade aan het lichaam wordt toegebracht. Het kan gaan om slaan, schoppen, knijpen en vastbinden, maar ook het geven van te veel of te weinig medicatie zijn vormen van lichamelijke mishandeling. In het kader van ontspoorde mantelzorg, kan het soms lastig zijn voor betrokkenen om die signalen van fysiek geweld bespreekbaar te maken. Een juiste benadering van het slachtoffer en de pleger, zowel in woord als daad, is daarbij belangrijk om een einde te maken aan de onveiligheid voor de oudere. Door goed naar signalen te kijken; op een constructieve manier in gesprek te gaan met de directbetrokkenen; en te kijken naar wat nodig is voor zowel slachtoffer als de mantelzorger.
Lidwien en Yoeri vertellen over hoe zij dit in de praktijk ervaren:
Financieel misbruik
Financieel misbruik is een vorm van ouderenmishandeling die helaas ook veelvuldig voorkomt en waarbij de intentie tot misbruik vaak evidenter is. Het gaat om het ongeoorloofd gebruik van financiële of materiële middelen van een ander. Iemand steelt of verkoopt zonder toestemming eigendommen, maakt onbevoegd gebruik van een pinpas of machtiging of zet bijvoorbeeld een oudere onder druk om het testament te veranderen. De oudere kan hierdoor met fikse schulden komen te zitten en in financiële problemen raken. Dit betekent niet dat er altijd sprake hoeft te zijn van onveiligheid; een oudere kan financieel zijn uitgebuit, maar wel nog een dak boven zijn hoofd hebben, te eten hebben en niet in zijn of haar ontwikkeling bedreigd worden. Toch kan er sprake zijn van grensoverschrijdend gedrag op financieel gebied waarvan de oudere psychisch of materieel last ondervindt. De plegers zijn veelal familieleden, bekenden en ‘nieuwe vrienden’ van de ouderen, maar het kan ook door professionals plaatsvinden.
Het feit dat veel betaalverkeer tegenwoordig digitaal plaatsvindt, is daarbij een factor die de oudere extra kwetsbaar maakt. Zij zijn vaak onvoldoende bekend of vaardig met het gebruik van nieuwe manieren en regelingen betreffende financiën, en zijn blij om het zicht op financiën en eigen vermogen aan iemand te kunnen overdragen. Er wordt echter niet altijd in het belang van de oudere gehandeld.
De afhankelijkheid, loyaliteit of het (goed) vertrouwen van de oudere, kan hem of haar kwetsbaar maken voor financieel misbruik.
Lidwien vertelt over een casus waarbij de wensen en wil van de oudere opzij werden gezet door haar kinderen, met oog op financieel en materieel gewin:
Wilsbekwaamheid: wie bepaalt?
Er zijn ook situaties waarbij de oudere echt niet langer in staat is om verstandige keuzes te maken ten aanzien van zijn of haar financiële, fysieke of mentale welzijn. Hij of zij is dan zogezegd niet langer wilsbekwaam.
Wilsbekwaamheid betreft het individuele vermogen van een persoon in staat te zijn zelfstandig beslissingen te nemen en de gevolgen van deze beslissing te kunnen overzien. Iedereen is wilsbekwaam, tenzij een deskundig arts heeft vastgesteld dat iemand voor het nemen van een bepaalde beslissing in een bepaalde situatie wilsonbekwaam is. Bijvoorbeeld omdat hij niet in staat is de informatie op te nemen die nodig is voor een beslissing, of omdat hij de gevolgen van de beslissing niet kan overzien. Mensen kunnen voor bepaalde gevallen wel en voor andere niet wilsbekwaam zijn. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij beginnende dementie en bij een lichte verstandelijke beperking. Met name bij ouderenmishandeling is wilsbekwaamheid een centraal thema.
Yoeri legt uit:
De norm van wilsbekwaamheid speelt een belangrijke rol bij het zelfbeschikkingsrecht en wordt veel gehanteerd in relatie tot medische beslissingen (zelf beslissen aangaande behandelingen etc.) en bijvoorbeeld financiële beslissingen. Zo is wilsbekwaamheid essentieel voor de geldigheid van een notariële akte, zoals een testament.
Als een oudere wilsonbekwaam is verklaard, kunnen er beschermingsmaatregelen opgelegd worden. Deze zijn curatele, bewind en mentorschap en zijn middelen om de handelingsbekwaamheid – dat wil zeggen het verrichten van rechtshandelingen zoals een koopovereenkomst sluiten of testament opmaken – van meerderjarigen te beperken of weg te nemen. Alleen de rechter kan dit doen en alleen wanneer de betrokkene niet meer in staat is zijn eigen belangen te behartigen en daarom beschermd moet worden.
Feitelijk betekent het, dat iemand anders de zakelijke en/of persoonlijke en/of belangen in het kader van zorg, welzijn en behandeling van de oudere behartigt.
Soms proberen mensen – zij het familieleden of anderen – misbruik te maken van wilsonbekwaamheid, door beslissingen te nemen die ten nadele zijn van de oudere zelf, maar in het voordeel van henzelf.
Yoeri vertelt over een casus waarin dit vermoedelijk het geval was:
Mantel der liefde
Ook in casussen waarbij de oudere wilsbekwaam is, en zelfs beseft dat er sprake is van (financieel) misbruik en/of mishandeling, kan hij/zij er voor kiezen om het te verbergen. Zij willen familieruzies voorkomen, maken de afweging dat zij het contact belangrijker vinden dan het misbruik, of kunnen vanuit schuldgevoel over zaken in het verleden geweld en uitbuiting (langer) toestaan.
De mantel der liefde in zaken van ouderenmishandeling, is vaak een factor die in de weg staat dat dergelijke zaken aan het licht komen. Met name waar het gaat om familie en naasten die de mishandeling plegen, kan er terughoudendheid zijn van de oudere om het schadelijk gedrag te herkennen en erkennen. Handelingen en gedrag worden gebagatelliseerd en het eigen welzijn wordt door de oudere zelf achterop gesteld. Zelfs waar het gaat om fysiek geweld en het bewijs van de mishandeling zichtbaar aanwezig is. Maar ook bij psychisch geweld waarbij de oudere bijvoorbeeld herhaaldelijk wordt gekleineerd, gepest of vernederd, of waarbij privacy, bewegingsvrijheid en zelfbeschikking beperkt worden, kan het voor de oudere moeilijk zijn om hulp te vragen.
Yoeri en Lidwien vertellen over hoe die mantel der liefde zich in verschillende casuïstiek manifesteert en hoe getracht wordt om ouderen te bewegen voor hun eigen welzijn op te komen:
Belang van signaleren
Mede door de aanwezigheid van de mantel der liefde, komen zaken van ouderenmishandeling soms (te) laat aan het licht via de ouderen zelf. Bovendien zijn er ouderen die het moeilijk vinden om te aanvaarden dat zij afhankelijk zijn van de steun van anderen, of zich tot last voelen. Mede hierdoor kan het moeilijk zijn een hulpvraag te stellen of mishandeling bespreekbaar te maken. Het spreken over een situatie van misbruik of geweld wordt vaak verder bemoeilijkt door loyaliteitsgevoelens, angst en schaamte. Om in de latere levensfase geconfronteerd te worden met geweld of verwaarlozing maakt echt kwetsbaar en geeft veel verborgen leed. Veel ouderen hebben niet geleerd om hulp te vragen en bovendien is hun netwerk vaak klein. Het gevolg is dat signalen uitblijven en zorg en hulp niet ingezet worden.
Juist daarom is het belangrijk dat signalen van (vermoedens van) ouderenmishandeling ook via anderen worden gemeld.
Nathalie vertelt over het belang van signaleren:
Ook professionals – zoals hulpverlening, politie en maatschappelijk werk – kunnen vermoedens en signalen melden bij Veilig Thuis. Zij zijn vaak dichter of op een andere manier betrokken bij de oudere(n) en directbetrokkene(n) en hebben vanuit de meldcode een belangrijke taak om vermoedens van huiselijk geweld – inclusief ouderenmishandeling – te melden bij Veilig Thuis zodat vervolgstappen ingezet kunnen worden om de veiligheid te herstellen.
Nathalie vertelt over de meldcode:
Echter niet alle ketenpartners die van belang zijn in de aanpak van ouderenmishandeling vallen onder de wet Meldcode. Partijen voor wie de meldcode niet verplicht is zijn bijvoorbeeld banken, bewindvoerders, notarissen en vrijwilligers. Desondanks kunnen zij signalen neerleggen bij Veilig Thuis. Ook zijn er andere mogelijkheden tot samenwerking.
Samenwerking
Samenwerking met ketenpartners is van groot belang voor de aanpak van huiselijk geweld, inclusief ouderenmishandeling. Alleen op die manier kunnen intergenerationele en complexe vormen van geweld gestopt worden.
Gelukkig heeft Veilig Thuis mogelijkheden om in samenwerking met partners, een oudere bij te staan. Soms is het snel duidelijk welke problemen er zijn en welke hulp nodig is. In dat geval gaat Veilig Thuis deze hulp organiseren.
In diverse gemeenten zijn dementieconsulenten aangesteld, andere gemeenten werken met een casemanager ouderenzorg en weer andere gemeenten hebben de zorg voor ouderen onder gebracht bij een plaatselijke ouderenzorg organisatie. Een lokaal team is over het algemeen goed op de hoogte hoe de zorg voor ouderen regionaal geregeld is. Binnen lokale teams kunnen ouderenadviseurs werkzaam zijn.
Ook kan Veilig Thuis samenwerken met politie en justitie indien dat wenselijk of noodzakelijk is. Veilig Thuis kan via de officier van justitie een aanvraag doen voor curatele, bewindvoering of mentorschap wanneer er sprake blijkt van financieel misbruik of ter voorkoming van financieel misbruik.
Naast het lokaal team en de politie, is ook de huisarts – en de praktijkondersteuner ouderen (POH-er) een waardevolle ketenpartner.
Yoeri vertelt over het belang van samenwerking met de huisarts:
Daarnaast is bij veel ouderen de thuiszorg betrokken. Zij zijn belangrijke “ogen” in de dagelijkse leefomgeving van de oudere maar hebben soms ook zicht op het systeem om de oudere heen door hun frequente aanwezigheid. Verschillende organisaties, zoals de GGZ en de verslavingszorg, hebben aparte afdelingen voor ouderen. Ook vrijwilligers uit het eigen netwerk van de oudere, bijvoorbeeld vrijwilligers vanuit de kerkelijke gemeenschap van de oudere, kunnen betrokken zijn of worden bij het zicht op of herstel van veiligheid. Dit zijn allemaal partijen die signalen van ouderenmishandeling kunnen oppikken, bespreekbaar maken en hier tevens mogelijk vervolg aan kunnen geven. Met de directbetrokkene(n) en, indien nodig, ook met Veilig Thuis.
Lokale alliantie: bundelen van kennis
Binnen de aanpak van financieel misbruik krijgt Veilig Thuis te maken met een aantal andere dan de gebruikelijke ketenpartners zoals banken, notarissen, curators, mentoren en bewindvoerders. Daartoe is Veilig Thuis Zuid-Limburg aangesloten bij de Lokale Alliantie Zuid-Limburg. Dit is een netwerk van (commerciële en niet-commerciële) private en publieke deelnemers die hun kennis van financieel misbruik van ouderen delen en bundelen. Binnen de lokale alliantie ontstaan korte lijntjes waardoor de diverse disciplines elkaar leren kennen en gezamenlijk optrekken voor een effectievere aanpak. De samenwerking met deze ketenpartners is nodig om ouderen te ondersteunen bij het doorbreken van financieel misbruik en te komen tot structurele en duurzame veiligheid.
Lidwien vertelt over de lokale alliantie:
Ouderenmishandeling: hulp is beschikbaar!
Alle inzet en samenwerking om ouderenmishandeling te stoppen, begint met het zichtbaar worden van signalen van geweld, verwaarlozing en/of misbruik. Door erover te praten en het bespreekbaar te maken, kan er gekeken worden wat er aan de hand is en of en welke hulp ingezet moet gaan worden. Vooral waar het gaat over ouderenmishandeling, is er nog een wereld te winnen in het (tijdig) signaleren en inschakelen van hulp. Het blijft een taboe onderwerp dat onvoldoende aan het licht komt.
Als u zich zorgen maakt over uzelf of iemand anders in relatie tot ouderenmishandeling (of andere vormen van huiselijk geweld) kunt u te allen tijde contact opnemen met Veilig Thuis, per telefoon, chat of meldformulier. Zelfs als er alleen vermoedens zijn, is het goed om deze bespreekbaar te maken.
Zo roepen ook onze medewerkers Nathalie, Lidwien en Yoeri op: